![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
De biertrips Omdat we bij Café De Beiaard in Hoorn en Café Moeder Lucie in Torhout alle soorten bier geproefd hadden werd het tijd om verder op onderzoek uit te gaan. We hadden al een tijdje het idee om naar Westvleteren te gaan om daar "de echte" te halen. Het bierweekend van 1995 werd het begin van een traditie. 1995 Westvleteren - Torhout - Brugge In het najaar
van 1995 is het zover. Jack Hoogeboom en ik vertrekken op een zaterdagochtend
richting onze zuiderburen. Na enkele uren rijden en enig gezoek (vertrouw
in België nooit op de borden!), komen we via een smal binnendoorweggetje
aan bij de St.Sixtus-Abdij in Westvleteren. De bierverkoop vindt maar
op bepaalde uren plaats, dus we hebben de tijd om even rond te kijken.
Dat rondkijken duurt niet lang en we belanden al gauw in het café
In de Vrede, recht tegenover de Abdij. Na een heerlijke boerenboterham
en een Westvleteren 6 rijden we met de auto het terrein op van de Abdij.
We laden een houten kratje Westvleteren 6 in en nog wat losse flesjes
8 en 12 uit het winkeltje van het café en tevreden gaan we naar
Torhout.
In het café Moeder Lucie logeren we altijd tijdens het weekend van Rock Torhout. Men kijkt verrast op als we binnen komen lopen en na een paar gezellige uurtjes vertrekken naar Brugge om een hotel te zoeken. Op het grote plein van Brugge vinden we al gauw een geschikte plek om de nacht door te brengen. Na een heerlijk diner gaan we op zoek naar een kroeg. We hadden gehoord van het Brugs Beertje met honderden soorten bier. Na een flinke wandeltocht hebben we het echter niet gevonden en dorstig gaan we de eerste kroeg binnen die we tegenkomen.
Er zijn opvallend veel mannen in het café en even later wordt duidelijk dat we in een homobar beland zijn. Nou ja, zitten blijven en genieten van het heerlijke Belgische bier. De volgende dag vertrekken we met de kofferbak vol met Westvleteren naar Holland. Het eerste bierweekend zit erop. 1996 Acchouffe - Dinant - Westvleteren Vol goede
moed vertrekken we richting Ardennen voor de 2e biertrip. We hebben besloten
om eerst naar Achouffe te gaan. Hier wordt het ook in Nederland zeer populaire
"kabouterbier" gebrouwen: La Chouffe en McChouffe. Achouffe
ligt midden in de Belgische Ardennen en het is niet zo vreemd dat vele
Nederlanders hier een weekendje heen gaan, een schitterende omgeving.
Achter de brouwerij van LaChouffe is in een verbouwde stal een restaurant
gevestigd waar het afgeladen vol zit. Na een heerlijke La Chouffe gedronken
te hebben en na wat inkopen in het kleine winkeltje gedaan te hebben gaan
we richting Dinant. Dat ligt mooi op de route richting westen.
De belangrijkste straat in Dinant ligt ingeklemd tussen een rotswand en de rivier de Lesse, bekend van het wilwatervaren. Deze straat bestaat voornamelijk uit restaurants, eten is hier dus geen probleem. We gaan eerst op zoek naar een hotel. En dat valt niet mee. Dinant heeft 1 chique hotel, maar dat lijkt ons wat duur. Na een zwerftocht komen we in een heel klein hotel terecht. De bedden zakken zover door dat je bijna de grond raakt als je gaat zitten. Maar goed we hebben een slaapplaats. We gaan de stad in om te eten, maar we moeten eerst opgeven hoe laat we willen ontbijten. Een uur of 9 denken we, maar de vlaamssprekende barkeeper vindt dat eigenlijk veel te vroeg. Hij deelt ons ook nog mee dat de zaak om 12 uur dichtgaat en dat is dan 11 uur i.v.m. de overgang naar de wintertijd. Nou ja, in België is alles anders. "Trek uw plan", zegt hij, "ik ga op u wachten, maar niet te veel". Na weer een zwerftocht door Dinant (de meeste restaurants zijn al dicht) genieten we van een heerlijk diner in een Deens restaurant. We nemen nog een biertje in een jazz / blues café en gaan op tijd naar het hotel. Hier is het nog gezellig druk aan de bar en we besluiten om nog wat te nemen. De barkeeper heeft iets teveel "sfeer" (lees: alcohol) geproefd en op een gegeven moment zet hij een fles wijn aan zijn mond. Even later ligt hij te slapen op een bank. De volgende ochtend staat hij echter schijnbaar zo fris als een hoentje achter de bar.
Na een precies uitgemeten ontbijtje, zonder borden, die kennen ze hier blijkbaar nog niet, vertrekken we voor de lange rit naar Westvleteren. Het benzinelampje van de auto brandt alle enige tijd en de eerste de beste benzinepomp blijkt gesloten te zijn. We besluiten de snelweg te verlaten om in een dorp te tanken, maar zodra we op de afrit zijn begint de auto al te stotteren. Gelukkig loop de weg af en we laten de auto uitrollen. Nu staan we echt stil, in de stromende regen. Jack probeert de auto te starten en waarempel, hij slaat aan. Op de laatste druppel benzine komen we tot stilstand precies voor een benzinepomp. "Ach, je had toch niets anders verwacht", zegt Jack, optimistisch als altijd. We doen dit keer de inkopen in het winkeltje van café In de Vrede in Westvleteren. En met de kofferbak weer vol gaan we richting huis. Een weekend om nooit te vergeten. 1997 Watou - Westvleteren - Torhout - Brugge In Watou
wordt het equivalent van St. Sixtus gebrouwen en we besluiten om hier
eens een kijkje te nemen. In een blad hebben we een mooie route gevonden
die we zo'n beetje gaan volgen. De brouwerij St. Bernardus is uiteraard
dicht op zaterdag en er is verder weinig te zien. In restaurant 't Hommelhof
op het pleintje van Watou genieten we van een heerlijke lunch bij de open
haard, wel bloedheet.
Op naar Westvleteren. Naast café In de Vrede wordt flink gebouwd. Het is al geen klein café, maar wat ze ernaast bouwen is een behoorlijk complex. Terwijl het café en de Abdij toch echt in the middle of nowhere liggen. Onbegrijpelijk. Maar ja, in België kan alles.
Net als 2 jaar geleden brengen we de nacht door in Brugge. Nu vinden we café het Brugs Beertje wel. Als je binnenkomt krijg je de bierkaart. Dit is een heel dik boek met honderden soorten bieren. Na een kwartiertje bladeren kiezen we wat uit en onder het "genot" van klassieke muziek drinken we hem rustig leeg. Na een welverdiende nachtrust gaat het weer huiswaarts. 1998 Durbuy - Bastogne - Westvleteren Opnieuw naar
de Ardennen. Tijdens een eerdere vakantie ben ik door Bastogne gereden
en passeerde toen een heel gezellig plein. Daar gaan we heen. Maar we
besluiten eerst naar Durbuy te gaan.
Durbuy is het kleinste stadje ter wereld en druk bezocht voor o.a. wandelingen en survivaltochten. In Durbuy genieten we na een wandeling van een heerlijke lunch en een verrassend lekkere Durbuyse blonde. Bastogne.
Op het eerder genoemde plein vinden we een uitstekend hotel. Na een heerlijk
diner, o.a. hertenfilet, gaan we op zoek naar een kroeg voor de broodnodige
borrel. Het is inmiddels gaan ijzelen. Niet echt prettig dus. We vinden
een gezellig uitziende kroeg met goede muziek (back to the seventies en
eighties). Opvallend hier is dat iedereen elkaar bij binnenkomst kust,
zowel mannen als vrouwen. Nou, ik hoef echt geen zoen van de barkeeper.
De volgende ochtend worden we wakker in een witte wereld. Het heeft flink
gesneeuwd en doordat het de avond ervoor geijzeld had valt het niet mee
om de ramen van de auto schoon te krijgen. Het betekent het einde van
mijn ijskrabber, die breekt in 4 stukken.
Door de sneeuw gaan we richting westen. Al gauw gaat de sneeuw over in regen. In Westvleteren, dat we steeds beter weten te vinden, doen we de gebruikelijke inkopen. Na een lange rit komen we weer moe maar voldaan thuis. Weer een geslaagd bierweekend voorbij. 1999 Rochefort - Namen En weer gaat
het naar de Ardennen. Rochefort is het doel van dit jaar. In Rochefort
wordt het gelijknamige trappistenbier gebrouwen. De abdij vinden we echter
niet en in het kleine centrum genieten we na een korte wandeling van een
overheerlijke lasagna en uiteraard een Rochefort.
Door de sneeuw rijden we naar Namen. Hier willen we een hotel zoeken. Dit lukt uiteindelijk en we gaan 's avonds de stad in om gezellig een biertje te drinken. Na weer een zwerftocht (de café's in de Ardennen zijn schaars, dit is nu al de zoveelste zoektocht in het Waalse gedeelte van België) komen we terecht bij Le Café de Namur. Dit is een heel groot trendy café waar technomuziek wordt gedraaid. We nemen een paar lekkere Belgische biertjes met wat kaas erbij.
We besluiten dit jaar niet naar Westvleteren te gaan, omdat het elke keer toch een heel eind rijden is van de Ardennen naar de westkust van België. Een andere keer maar weer. 2000 Buggenhout - Torhout - Gent Door tijdgebrek gaan we pas in januari 2001 op weg. Dit jaar geen Ardennen, maar Buggenhout, net onder Antwerpen. Hier wordt Pauwel Kwak gebrouwen. Van een flesje hebben we het adres genoteerd, maar als we in Buggenhout aan komen blijkt de brouwerij niet te vinden. Het adres zou moeten zijn Kerkstraat 96. Dit is echter een winkelstraat en de nummering houdt op bij 94. Weer typisch Belgisch. Dan maar weer een café opzoeken om wat te drinken. We nemen uiteraard een Pauwel Kwak, voor slechts 70 Belgische Frank, geen geld. We hebben het gauw bekeken en gaan naar Gent om een hotel te zoeken. Als we Buggenhout uitrijden zien we bij een industrieterrein een bord staat met de naam van de brouwerij. Hier zal het wel zijn en het adres op het flesje is misschien van oudsher. Ook in Gent
is weer een gezellig plein, de Vrijdagmarkt met vele café's en
restaurants. Midden op de markt staat het standbeeld van Jacob van Artevelde
die precies de richting van ons hotel uitwijst. Makkelijk voor vanavond.
Na het inchecken in een mooi hotel midden in Gent gaan we nog even naar
Torhout om de mensen van café Moeder Lucie met een bezoek te verrassen.
In Torhout staat André natuurlijk weer achter de bar en zijn de bekende stamgasten weer aanwezig. André is blij verrast en belt meteen naar Rosa, zijn vrouw. Rosa en 2 dochters zijn bij een verjaardag, maar de jarige wordt spontaan in de steek gelaten als ze horen dat wij er zijn. Na enkele zeer gezellige uurtjes, waarbij we de afspraak maken om in juli een BBQ te houden, gaan we naar Gent. We moeten nog eten en gaan op zoek naar een restaurant. Op de Vrijdagmarkt vinden we echter niet veel bijzonders en we gaan de kleine straatjes in. Hier bevinden zich vele restaurantjes die allemaal afgeladen vol zitten. Na de bekende zwerftocht komen we in een smal straatje bij een zeer goed restaurant. Na het eten gaan we weer richting Vrijdagmarkt. We gaan naar een café met vele soorten bier, de Dulle Griet. We zien al de meest vreemde flesjes staan en als we de bierkaart (boek) vragen schrikken we ons rot. Zeker de helft van de soorten kennen we niet. Al onze bierweekenden en cafébezoeken zijn voor niets geweest. We kunnen weer helemaal opnieuw beginnen. We zijn een illusie armer. We dachten dat we inmiddels bierkenner waren. Zwaar teleurgesteld keren we terug naar het hotel. De volgende
ochtend bekijken we nog even de vogeltjesmarkt en gaan weer richting Holland. Dit was voorlopig de laatste biertrip. Jack vond het nodig om kinderen te krijgen en hij besteedt daar nu zijn weekenden aan. |